Blog

Home Ditjes & Datjes Soms ben ik jaloers op Floortje Dessing. En soms ook niet.

Soms ben ik jaloers op Floortje Dessing. En soms ook niet.

Soms ben ik jaloers op Floortje Dessing. En soms ook niet.

Reizen maken tot er geen stempel meer in het paspoort past… Plekken bezoeken waar niemand komt… In de natuur verblijven zonder de 'pling' van inkomende mailtjes… Toonaangevende prijzen winnen voor televisie-programma's… Als ik Floortje Dessing een reis zie maken, kan ik alleen maar denken: dat alles wil ik óóóóók!
Het is wat mij betreft meer dan terecht dat de reisprogramma's van Floortje Dessing in de prijzen vallen. Sterker nog: vaak zijn haar uitzendingen de enige reden waarom ik de televisie aanzet.
In tegenstelling tot veel andere (reis)programma's gaat het ergens over. Niet van: kijk, ik sta gezellig op een exotische locatie en jullie lekker niet… Nee, het komt op mij over dat ze de kijker juist wil meenemen. Naar een wereld die in eerste instantie totaal anders overkomt dan onze vastomlijnde Nederlandse samenleving, maar toch eigenlijk best vertrouwd blijkt te zijn. Door mensen te ontmoeten (en ja, die blijken allemaal vriendelijk te zijn of zelfs ronduit lief), is het net alsof je daar als kijker even bent. Aan het eind van de aflevering roep ik steevast tegen René: "Daar moeten we heen!"

Het aantal landen van Floortje Dessing gaan we natuurlijk nooit halen, maar ik ben ontzettend dankbaar dat we de mogelijkheid hebben om te kunnen reizen. Het 'Floortje Naar Het Einde Van De Wereld'-gevoel heb ik nog niet gehad. Het is in de praktijk lastig om echt af te wijken van de toeristische paden. En tja… Ik moet toegeven: ik ben best bereid om flink af te zien tijdens onze vakanties, maar dat moet zeker niet te lang duren en het moet nog wel een beetje comfortabel blijven.
Ik wil de natuur in, maar niet als er muggen zijn. Kamperen is prima, maar niet als het regent. Waar Floortje Dessing haar hand er niet voor omdraait om te navigeren in een eenzaam bootje op de oceaan, ben ik allang blij als ik het guesthouse weer terugvind in de stad.
Ik ben inmiddels een paar weken terug van een verre reis, waarbij we vooral Vietnam en Cambodja hebben verkend. Deze landen zijn prachtig en schrijnend tegelijk. Prachtig om de mensen, de natuur, de culturele bezienswaardigheden en om het heerlijk verse eten en fruit. Schrijnend, omdat beide landen verscheurd zijn door oorlogen en nog steeds te kampen hebben met de gevolgen daarvan. Er zijn zoveel vreselijke dingen gebeurd, niet te beschrijven.

Maar toch… De mensen die we daar hebben ontmoet; ze zijn zo veerkrachtig en vriendelijk. En altijd bereid om te helpen. Die hulpvaardigheid is kenmerkend voor Azië, denk ik. Ook herinner ik mij de geuren nog, de chaotische steden, de duizenden motoren door de straten, de tuk tuk chauffeurs, de tempels, de vriendelijke eigenaren van de guesthouses... Alle ervaringen zorgen ervoor dat ik bij iedere reis een stukje van het land in mijn hart sluit.
Niet alleen neem ik een stukje mee van het land. Op een of andere manier blijft er ook een stukje van mezelf achter...
Dan kom ik aan bij het punt waarop ik niet met Floortje Dessing zou willen ruilen. Bij bijna ieder land dat ik bezoek, wil ik het vliegticket voor de terugreis annuleren en er meteen gaan wonen. Niet realistisch natuurlijk, dat bedenk ik meestal gelukkig ook al snel. Maar op zijn minst wil ik er dan maar zo snel mogelijk weer naartoe. Ook dat gaat niet, want er moet natuurlijk ook nog geld verdiend worden om al die reizen te kunnen betalen. Lastig.

Op reis ben ik vrij rustig; het lukt meestal om mij snel thuis te voelen in een ander land. Zodra ik weer thuis kom, begint de onrust weer: want tja, er zijn nog genoeg dingen over in Vietnam en Cambodja die we nog niet hebben gezien. Datzelfde geldt eigenlijk ook voor Thailand, Maleisië, Singapore, de Filipijnen... Ik zie dat als een soort van heimwee, maar dan juist andersom.

fruit in Vietnam en fruit thuis
Vietnamees fruit vs Nederlands fruit... Foto's: René de Boer

Het slaat namelijk keihard toe als ik weer thuis ben. Op reis mis ik Nederland niet echt. Maar: hoe meer landen ik bezoek, hoe meer ik van mezelf daar heb achtergelaten en hoe lastiger ik het vind om daarna weer in Groningen te zijn. Dus sta ik lange tijd vertwijfeld bij de plastic bakjes bij de Nederlandse supermarkt te staren, terwijl ik aan de fruitverkopers van Hoi An moet denken…

Los van het feit dat ik op reis lang niet zo stoer en praktisch ben ingesteld als Floortje Dessing, moet ik er eigenlijk niet aan denken om écht alle landen van de wereld te zien. Ik zou er super-onrustig van worden: blijft er dan een plek over waar ik thuis kan komen en zo ja: voelt het dan ook als home of is dat het 'zoveelste plekje op de wereld'?

Dus tja, ondanks dat ik het liefst zo snel mogelijk weer ergens naartoe ga – en stiekem alweer bezig ben om vliegtickets te vergelijken – is het prettig om af en toe weg te zakken in de bank en mee te reizen met de televisie. Dat doe ik met een mengeling van jaloezie (thuis voor de buis met een zakje chips erbij is minder spannend dan overleven op een onbewoond eiland) en bewondering.
Bewondering voor mensen die van reizen hun leven hebben gemaakt én ook nog meehelpen om de wereld van andere mensen (de kijker) een stukje groter te maken. Mensen die ongetwijfeld – net als ik – met pijn in hun hart een mooie plek moeten verlaten: keer op keer.
Dan kun je opeens de Gouden Televisier-Ring winnen en een Rockie Award in Canada, wat ongelooflijke prestaties zijn. Toch heb ik vooral bewondering voor het feit dat Floortje Dessing en haar collega's blijven doorgaan met het maken van goede programma's, want een reis is natuurlijk niet altijd prachtig en vrij van tegenslag. Ik gun het hen dat zij nog lange tijd deze programma's kunnen maken. Ik gun het mezelf om ernaar te blijven kijken.

Archief